Roodvonk komt door een bacterie, het is een besmettelijke ziekte. De klachten:
- Roodvonk begint met verlies van eetlust, hoge koorts en keelpijn. Het kind kan ook overgeven en buikpijn hebben.
- Daarna komen er meestal felrode vlekjes op het lichaam. Er zijn geen vlekjes bij de neus of mond.
- De huid met de vlekjes ziet eruit als rood kippenvel en voelt aan als schuurpapier.
- Ook op de tong verschijnen felrode puntjes, dit heet ook wel frambozentong.
- Na een paar dagen begint de huid te vervellen, vooral aan de vingers en tenen.
De klachten duren 7 tot 10 dagen.
De bacterie verspreidt zich voornamelijk door de lucht via vochtdruppeltjes afkomstig uit de mond, keel en neus. Mensen kunnen deze druppeltjes inademen en besmet raken. De ziekte is ook besmettelijk via de handen. Iemand met roodvonk is besmettelijk als de eerste klachten beginnen, al vóór er vlekjes zijn. Dit duurt totdat het vervellen van de huid over is. Roodvonk gaat vanzelf over. Soms wordt het behandeld met medicijnen. Bij behandeling met antibiotica is de besmettelijkheid na 48 uur voorbij.
Ventileer de ruimte goed door ramen en deuren op een kier te zetten.
- Pas de hygiëneregels: handen wassen, hoesten en niezen, desinfecteren, schoonmaken van de ‘Hygiënerichtlijn voor kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en buitenschoolse opvang’ goed toe.
- Besteed extra aandacht aan het regelmatig handen wassen bij de kinderen.
Vlekjesziekten zijn meldingsplichtig op basis van artikel 26 Wet publieke gezondheid wanneer er twee personen of meer binnen twee weken dezelfde uitslag hebben.
Een kindercentrum hoeft kinderen met roodvonk niet te weren. In speciale gevallen kan de GGD (Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst) in overleg met de huisartsen adviseren om zieke kinderen alleen na behandeling met antibiotica toe te laten.
Roodvonk kan verward worden met andere 'vlekjesziekten'. Daarom zal de GGD (Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst) voordat er verdere maatregelen worden geadviseerd eerst controleren of het echt om roodvonk gaat. Overleg met de GGD over het informeren van andere ouders.
Voor aanvullende informatie kunt u de veelgestelde vragen over roodvonk op de RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu)-site raadplegen