Rodehond is een ziekte die ontstaat door het rubellavirus. De meeste kinderen in Nederland worden gevaccineerd tegen rodehond. Daarom komt de ziekte weinig voor. Rodehond is gevaarlijk voor zwangere vrouwen in de eerste helft van de zwangerschap als de zwangere nooit is gevaccineerd of de ziekte heeft gehad. Er is dan een risico op een miskraam of op aangeboren afwijkingen bij de baby. Het risico wordt kleiner als de zwangerschap al langer duurt.
De verschijnselen van rodehond zijn:
- lichte verkoudheid;
- koorts;
- een rode uitslag die begint in het gezicht en zich snel uitbreidt over de rest van het lichaam. De vlekken lopen zo in elkaar over dat het lijkt alsof het kind een egaal rode kleur heeft;
- opgezette, pijnlijke klieren in de nek.
De meeste kinderen zijn nauwelijks ziek en hebben meestal geen koorts.
Door het uitademen, praten, niezen of hoesten komt het virus in de lucht en kan een ander besmet worden. Ook via besmette handen en urine kan het virus worden overgebracht. Mensen die geïnfecteerd zijn kunnen anderen besmetten vanaf 10 dagen voordat er rode vlekjes op de huid te zien zijn tot 7 dagen na het ontstaan van deze vlekjes. De besmettelijkheid is het grootst vlak voor het begin van de huiduitslag. Iedereen die niet ingeënt is en geen rodehond heeft doorgemaakt kan ziek worden.
- Ventileer de ruimte goed door ramen en deuren op een kier te zetten.
- Pas de hygiëneregels voor handen wassen, hoesten en niezen, desinfecteren en schoonmaken van de ‘Hygiënerichtlijn voor kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en buitenschoolse opvang’ goed toe.
- Extra aandacht voor het handen wassen na hoesten en niezen en toiletbezoek, omdat het virus ook in urine kan voorkomen.
Vlekjesziekten zijn meldingsplichtig op basis van artikel 26 Wet publieke gezondheid wanneer er twee personen of meer binnen twee weken dezelfde uitslag hebben.
De behandelend arts moet rodehond ook melden bij de GGD (Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst).
De GGD heeft informatiebrieven om eventueel naar andere ouders te verspreiden. Het kindercentrum neemt ook contact op met de GGD als er een zwangere vrouw op de groep staat, voor advies en vervolgstappen.
Een kindercentrum hoeft kinderen met rodehond niet te weren. Het kindercentrum moet wel ouders en beroepskrachten informeren over rodehond in de groep. Zij kunnen dan alert zijn op verschijnselen bij hun kind of gewaarschuwd zijn bij een zwangerschap. Vraag de GGD (Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst) om ondersteuning bij het maken van deze informatiebrief.
Rodehond kan gemakkelijk verward worden met andere 'vlekjesziekten'. Daarom is het belangrijk dat de GGD (Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst) controleert of het echt om rodehond gaat.
Voor aanvullende informatie kunt u de veelgestelde vragen over rodehond op de RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu)-site raadplegen.